

Interview met
Erik-Jan Bakker & Robert Withagen
Wat doen jullie en voor wie doen jullie dat?
Erik-Jan: “Als iemand ernstig letsel oploopt waarvoor een ander aansprakelijk kan worden gesteld en daardoor langdurig arbeidsongeschikt raakt, dan kunnen wij de mogelijke inkomensdaling voor het slachtoffer als gevolg van het letsel berekenen. Ook kunnen we, in het geval dat het slachtoffer overlijdt, de schade voor de nabestaanden bepalen. Om onze onafhankelijke positie te waarborgen werken we bij voorkeur op verzoek van beide partijen: het slachtoffer en zijn belangenbehartiger aan de ene kant en de werkgever of verzekeraar als aansprakelijke partij aan de andere kant.”
Wat hebben jullie nodig om te kunnen rekenen?
Robert: “Rekenen is in de basis een vrij exacte wetenschap, maar dat geldt niet voor ons werk. Dat komt omdat wij rekenen in de schaduw van het recht én omdat onze berekeningen van de schade in toekomstige jaren is gebaseerd op onderbouwde verwachtingen. Dat brengt een bepaalde mate van onzekerheid met zich mee. Wij weten bijvoorbeeld niet hoe iemands carrière zich verder zou hebben ontwikkeld zónder het letsel. Om de schade door het verlies van arbeidsvermogen te kunnen
berekenen, moeten onze opdrachtgevers de uitgangspunten voor de berekening zo volledig mogelijk aan ons doorgeven. Op basis van de uitgangspunten, in combinatie met de relevante financiële stukken van de betrokkene, kunnen wij uitrekenen wat de mogelijke schade is die in de toekomst kan ontstaan. Is er onduidelijkheid over de uitgangspunten, dan vullen wij die niet zelf in, maar vragen wij altijd om nadere instructies van onze opdrachtgevers.”
Erik-Jan: “Het bestuderen van alle regelingen en het uitwerken van de uitgangspunten vergt soms veel tijd. Vooral als we voor het bepalen van de schade informatie uit een ver verleden nodig hebben, of als de uitgangspunten die we van de opdrachtgevers krijgen incompleet of onduidelijk zijn. Bij de berekening moeten we de geldende fiscale en sociale regels toepassen én rekening houden met de jurisprudentie. We streven ernaar om binnen een maand een zo concreet mogelijk schadebedrag te berekenen, maar het blijft een inschatting van de toekomst. Daarom adviseren wij altijd om minimaal twee berekeningen te maken. Op basis van de grootste onzekerheden in de casus kan dan een schatting worden gemaakt met een boven- en ondergrens van de mogelijke schade.”
Over Erik-Jan Bakker
Erik-Jan Bakker (1971) is afgestudeerd als analist medische biologie. In 2005 begon hij bij het RekenBureau en leerde zichzelf alles over fiscale regels, het sociale uitkeringsstelsel, pensioenen en salarisadministraties. Hij ontwikkelde het RekenProgramma, waarmee de hoogte van letselschades kan worden berekend. Erik-Jan geeft zowel intern als extern opleidingen en presentaties over het berekenen van complexe letselschades en maakt deel uit van de Permanente Commissie Normering van de Letselschade Raad.
Wat gebeurt er met jullie berekening?
Erik-Jan: “De opdrachtgevers krijgen een rapport waarin staat hoe we het schadebedrag hebben berekend en uiteraard de hoogte van het schadebedrag. Dit rapport heeft geen bindend karakter, het dient enkel als hulpmiddel voor zowel het slachtoffer als de aansprakelijke partij om tot overeenstemming te komen over de hoogte van de schade-uitkering. Meestal krijgen we de uitkomst van de uiteindelijk overeengekomen schadevergoeding niet te horen. Nee, dat vind ik niet vervelend.
Ik vind het leuk en uitdagend om zaken uit te zoeken, complexe problemen te vereenvoudigen en oplossingen te bedenken. De waardering voor ons werk haal ik uit de feedback van opdrachtgevers, wanneer zij aangeven dat ze begrijpen hoe wij het schadebedrag hebben vastgesteld en ons rapport helder en transparant vinden. Het feit dat partijen zoals het Ministerie van Defensie steeds weer bij ons terugkomen, zegt mij genoeg.”
Robert: “Wij krijgen weleens de vraag om een berekening, die door een andere partij is opgesteld, te toetsen en aan te geven of wij de uitkomst daarvan redelijk vinden. De berekening kunnen we inhoudelijk op juistheid toetsen, maar op de vraag of het schadebedrag redelijk is moeten wij het antwoord schuldig blijven. Daar gaan wij niet over. Toch zien wij best veel zaken waarin ons om een second opinion wordt gevraagd en waarbij wij op een substantieel hoger of lager schadebedrag uitkomen.”
“We streven ernaar om binnen een maand een zo concreet mogelijk schadebedrag te berekenen, maar het blijft een inschatting van de toekomst.”
Aan welke case denk je nog wel eens terug?
Robert: “Jaren geleden vertelde een opdrachtgever over een vrouw die door een ongeval in coma was geraakt. Zij had 24 uur per dag verzorging nodig, maar haar familie wilde niet dat ze wegkwijnde in een ziekenhuis of zorginstelling. Daarom was de woonkamer van haar huis omgebouwd tot een soort ic-afdeling, waar ze door haar echtgenoot en kinderen werd verpleegd. Een hele liefdevolle oplossing. Toch kan ik mij in mijn werk als rekenkundige niet laten leiden door emoties. Ik moet altijd een zekere professionele afstand houden, neutraal blijven en bij het maken van mijn berekening de door opdrachtgevers geformuleerde uitgangspunten volgen. Al raakt het je natuurlijk wel.”
Erik-Jan: “Ik werd eens met een overlijdenszaak geconfronteerd, waarbij de naam van de weduwe mij bekend voorkwam. Wat bleek, haar eerste echtgenoot was tien jaar eerder ook door een ongeval om het leven gekomen. Hoeveel tegenslag kan iemand in het leven treffen! Het leed kon ik helaas niet wegnemen, maar ik kon gelukkig wel bijdragen aan het verlichten van haar financiële zorgen die ontstonden na het overlijden van haar man.”
Heeft je werk invloed op je privéleven?
Erik-Jan: “Tijdens mijn werk word ik regelmatig geconfronteerd met zeer zware letsels. Soms grijpt mij dat aan, maar het leert je ook relativeren. Ik ben gezond, heb leuk werk en realiseer mij heus wel dat andere mensen minder geluk in het leven hebben.”
Robert: “Ik heb ooit het plan gehad om te gaan motorrijden. Inmiddels heb ik zo veel dossiers met motorongevallen gezien, waarvan sommigen met fatale afloop, dat ik dat plan heb laten varen. Mijn werk heeft mij voorzichtiger en alerter gemaakt. Een ongeluk zit in een klein hoekje, een trapleuning die loszit valt mij bijvoorbeeld al snel op. Ook ben ik mij bewuster van het feit dat ik in goede gezondheid kan leven en werken. Als ik privé met mensen over mijn werk praat, zeg ik altijd dat ik hoop dat ze mij zakelijk niet tegenkomen. Want dan is het foute boel.”
Over Robert Withagen
Robert Withagen (1988) studeerde bedrijfskunde en ondernemingsrecht. Hij werkt sinds 2014 bij De Bureaus, waar hij zijn achtergrond als jurist combineert met een enorme fascinatie voor cijfers. Robert haalt ook veel plezier uit het opleiden van nieuwe collega’s, het lesgeven namens
Letsel Opleidingen én zijn rol als examinator voor de Opleiding tot NIVRE-expert Personenschade.
Meer blogs • Meer blogs • Meer blogs •
Meer blogs • Meer blogs • Meer blogs •
Meer blogs • Meer blogs • Meer blogs •
Meer blogs • Meer blogs • Meer blogs •
Meer blogs • Meer blogs • Meer blogs •
Meer blogs • Meer blogs • Meer blogs •
Meer blogs • Meer blogs • Meer blogs •